Wat is feedback
Feedback is hartstikke belangrijk bij het ontwikkelen van ICT producten, maaer ok bij jouw ontwikkeling, het helpt je namelijk begrijpen wat je goed doet en waar je kunt verbeteren. Het leert je kritisch naar je zelf kijken en verantwoordelijkheid te nemen in je leerproces.
Je kan feedback aan leraren en studenten vragen, wanneer je het vraagt aan studenten heet het Peer-Feedback.
Verschillende soorten feedback
Feed-up, Feedback en feed-forward
Feed-up richt zich op de vraag: waar werk ik naartoe? Feedup refereert daarmee aan de verwachte prestatie. Feedback richt zich op de vraag: hoe doe ik het tot nu toe? Feedback heeft betrekking op alle opmerkingen die te maken hebben met de tot dan toe geleverde prestatie. Feedforward richt zich op de vraag: hoe nu verder? Feedforward geeft aan dat de leerling voor toekomstige prestaties aandacht dient te besteden aan bepaalde ontwikkelpunten.
Feedback Vragen
Vragen aan de docent of dat its “goed” of “voldoende” is leer je niet zo veel van, het lecht de verantwoordelijkheid bij de docent en niet bij jezelf. Je hoort wat je moet doen en volgt dit klakkeloos op. Hier leer je niet zo veel van. Ook kan het zijn dat je doet wat je docent zegt dat je moet doen, maar dat de Feedforward onvolledig is, en je erna dus toch nog meer moet doen. Om deze rede is het belangrijk om te leren hoe je de juiste vragen moet stellen.
Het is daarom goed om vragen te stellen waarin je aangeeft wat je al hebt gedaan of geprobeerd, en waar je precies feedback op wilt hebben.
POWER Vraag
Je kan daarom beter een POWER vraag stellen als je ergens vast zit. In tegenstelling tot de “Wat moet ik doen” vraag.
- Probleem: Waar loop je precies tegenaan?
- Oplossingen / Opties: Oplossingen die je zelf al hebt bedacht, Opties die je misschien zelf al hebt geprobeert.
- Weging: Wat zijn de voor en nadelen van de oplossingen die ik zelf al heb bedacht?
- Eigen keuze: Wat zou ik doen, wat zou ik kiezen als ik geen feedback zou krijgen? Zo weet de persoon je het aan vraacht wat er in je hoofd afspeelt.
- Raad vragen: Kunt u me hier feedback op geven?
Op deze manier kan je feedback gever op elk vlak feedback geven, zit er misschien iets fout in je probleem stelling? Zijn er oplossingen die je over het hoofd ziet? Zou je de oplossingen anders kunnen wegen om tot een andere keuze te komen?
CLOSER Vraag
Bij de vraag “Is dit goed (genoeg)” kan je deze vraag beter alleen stellen als je zelf al bijna denkt dat het goed genoeg is. Je kunt dan een CLOSER vraag stellen.
- Context: Het beschrijven van hoe ver je zelf al denkt dat je bent, hoeveel tijd en energie heb je al besteed, want dit maakt vaak uit voor de feedback gever.
- Leerdoen / Onderwerp: Het leerdoel en onderdeel waar je feedback op zou willen, je laat daarmee ok zien dat jij weet dat iemand niet op alle mogelijke punten feedback kan geven.
- Self Evaluation: Neem in je vraag op wat je zelf denkt dat je al goed hebt gedaan, en waar je zelf nog onzeker van bent.
- Raad vragen: Kunt u me hier feedback op geven?
Je feedback gever kan zo specefiek ingaan op het leerdoel wat je hebt aangegeven, en kan hij zich aanpassen op jouw eigen zelf evaluatie.
BlindeVlek Vraag
Het komt ook voor dat je niet ene concreet probleem hebt, dat je niet een concreet onderdeel hebt waar je feedback op zou vragen. Dan werkt een POWER Vraag en CLOSER Vraag niet. Dan vragen mensen meestal: “Wat kan ik allemaal verbeteren?” Alleen daar heeft je collega / docent waarschijnlijk geen tijd voor om alle verbeterpunten te vertellen die er zijn. Bovendien kan zulke feedback demotiverend zijn. Je kan beter de BlindeVlek Vraag stellen.
Eigenlijk wil je weten van, “Wat zie jij wel wat ik zou kunnen verbeteren aan mijn werk wat ik nog niet zie?”, Dit hoeft niet volledig te zijn, wat zijn de belangrijkste plekken die jij ziet waarmee ik aan de slag zou kunnen.
SUPER Vraag
Je hebt al feedback gekregen, en die heb je verwerkt. Dan vraag je “Is het nu dan wel goed?” Dit is een vraag waar eigenlijk alleen maar JA of nee op geaintwoord kan worden. Je kan beter de SUPER vraag stellen.
- Samenvatting: Je vat als eerste de vorige feedback die je had gekregen samen. Want de andere persoon weet waarschijnlijk niet meer wat veer feedback die had gegeven. En soms vatten mensen feedback anders op dan bedoelt.
- Uitleg: Ook ga je uitleggen wat je met de feedback hebt gedaan, het zou bijvoorbeeld kunnen dat je bepaalde feedback niet hebt verwerkt nadat je het hebt overwogen.
- Product / Prestatie: Bij een geschreven tekst zou je veranderingen kunnen markeren, bij een product zou je van tevoren kunnen beschrijven wat je nu anders hebt gedaan.
- Emotionele impact: Feedback kan emoties op roepen, dit hoef je zeker niet altijd en aan iedereen terug te koppelen, alleen als je je veilig genoeg voelt bij de feedback gever.
- Raad vragen: Is mijn wekr er daadwerkelijk beter van geworden?
Hier is een Youtube filmpje die meer uitleg geeft.
Feedback Ontvangen
Mensen hun eigenschappen staan niet vast, ze kunnen groeien en veranderen. Fouten kunnen je helpen om te leren en groeien. Dit is de Growth mindset. Feedback is cruciaal om te ontwikkelen. De LSD Methode kan hierbij heel goed helpen. Want als je wel feedback vraagt maar het niet verwerkt, daar heb je niet zoveel aan.
LSD Methode
LSD is een hulpmiddel in de communicatie:
- Luisteren: met oprechte aandacht horen wat de ander je vertelt.
- Samenvatten: probeer weer te geven wat je gehoord hebt en controleer of dit ook klopt.
- Doorvragen: doorvragen wanneer je geen helder antwoord krijgt of wanneer het je niet geheel duidelijk is.
Feedback Geven
Hoe geef je goede feedback?
- Stap1: gedrag waarnemen (en noteren),
- Stap2: Gedrag benoemen: “Ik zie…”, “Ik merk…”
- Stap3:
- 3a: Maak een koppeling jnaar eigen ervaring: “Dit geeft mij het idee/gevoel dat…”
- 3b: koppeling maken naar de kwaliteitscriteria: “Dit betekent dat je nog meer … en … mag doen”
- Stap4: vragen naar reactie: “Hoe zie jij dit? Wat kun je hiermee? Kun je hiermee verder?”
Belangrijk
1. Het moet feitelijk zijn (benoem wat je feitelijk waarneemt) zodra er interpretaties bijkomen wordt daar vaak de focus opgelegd en gaat de boodschap verloren. 2. Het veranderde gedrag (wat zou je in het vervolg liever willen dat de ander deed?) 3. Voorbeelden, noem hierbij een voorbeeld, kan ook een verwijzing zijn naar eerder gemaakte afspraken. 4. Timing: Zorg dat je goed bekijkt wanneer je iets kan zeggen en wanneer niet. Om té ver terug te kijken op wat iemand eerder gedaan heeft is lastig, beter is om dat of meteen te benoemen of mee te nemen in je feedback. 5. Nut: Zorg dat het geen wat je zegt nuttig is en degene ook veranderend gedrag kan laten zien. Om een voorbeeld te geven, je kan beter tijdens een project zeggen hoe je over iets denkt, dan achteraf als het al ingeleverd is je mening geven.